Ontzuiling

Ik wil die apotheose,
dat hoogtepunt,
die zalige climax.
Ik weet wat ik heb gekozen,
welk bloed ik heb verdund.
Ik weet waar we straks
in alle tijd verpozen,
als je me alles hebt gegund.
Ik vrij het liefst ’s nachts.

In het donker verandert smaak:
zout verzacht dorst,
wordt zachter dan zoet
en talmt in wraak.
Het hijst de borst
naar overdaad en vloed,
naar waar vrijspraak
zich in honing stort
en op de tong gloeit.

Met open mond
en open hand
lig ik in je open hart.
Het was hier dat ik vond
waaraan ik me had verbrand
en waarom ik was verhard.
Het was op een avond
in een ongekend land
dat ik werd besnaard.

In de hitte van borsthaar
en vlugge tanden
leerde ik het vrije spel:
hoe egoïsme voor elkaar
botste met de randen
van ieder ouderwets model.
Ook nu, en niet meer daar,
en overal waar we landen,
weigeren we eerherstel.

Niks dat ons kan deren.
Niks dat ons kan verleiden.
In de lijnen van ons weten
kan enkel schuld ons verteren.
Wij laten ons niet leiden
door blind geweten
verborgen onder kleren,
en het jaarlijks kastijden
van gebonden profeten.

Ik draag niet langer boeien,
tenzij het jouw vingers zijn
die mijn polsen omklemmen.
Het zal uit me vloeien,
kleven als secondelijm
tot we kunnen zwemmen,
en het zal schroeien:
vuur als medicijn,
wij die alles overstemmen.

In jouw ademhaling
ligt mijn vrijheid.
Het ritmisch verdrijven
van jaren herhaling
is de schoonheid
van elkaar inlijven.
Weg van beschaving,
weg van hoogheid,
alleen maar verstijven.

Laat ze maar bekennen
dat hun lichaam vreemd
en hun binnenste koud,
dat regels ontkennen
wat de wet ontneemt.
Twijfelen is goud.
Ik laat liever verkennen
wat ik je heb geleend;
er is geen juist of fout.

Ik vrij het liefst 's nachts,
wanneer je me alles hebt gegund
en we uren later nog verpozen.
Ik weet niet of we daarstraks
elkaar hebben verdund,
wel wat we hebben gekozen:
die zalige climax,
dat hoogtepunt,
die apotheose.

Reacties