Dwaallicht

Vul mijn hoofd met water
doe het licht uit
mondje dicht.
Ik kom terug, later
met nieuwe huid
nieuw gezicht.
In mijn theater
ben ik de bruid
het dwaallicht.

Ik blijf verdwalen
tussen hoge pieken 
diep in bed
blijven dalen
als antieke
parels in 'n waterbed
het zijn geen heilige gralen 
in het land van de zieken
in het land van 't gebed

en ik heb gebeden.
Ik heb gesmeekt
dat regen
me zou bekleden
tot ik doorweekt
de lange wegen
van de rede
en verbleekt
genade zou plegen

genade zou krijgen
voor de woorden die
ik zou krijsen
nooit meer zwijgen
in alle talen het genie 
dat niks kon bewijzen.
Alleen maar dreigen
met hypocrisie
en vingerwijzen 

want in mijn vingers
zit uitgestorven taal
als oerwezen 
als doorzichtige vlinders
die ik vertaal
tot ellenlange hypothesen.
Dan zijn haat en nijd indringers
in waar normaal
niets te vrezen

en ik ben bang geweest.
Dat ik niet besta
dat mijn spiegelbeeld
mijn gezicht afleest
en in mijn drama
mijn tong vereelt. 
Een schilferbeest 
dat na de komma 
geen goud, maar leugens deelt.

De kern van de essentie
was niet het vallen 
van hoge muren
of de vierde dimensie,
maar het neerknallen
van langzame uren.
Het is een visie
van hele getallen
en halve censuren. 

Soms is zwijgen goud
en tongbijten leven
tot de volgende dag.
De spreuken zijn oud.
Nog heel even
dat het allemaal mag
zonder dat je rouwt 
over wie je hebt vergeven
en de zoveelste vergeten lach.

Ik ben een dwaallicht
een hoopvolle bruid
in een oud theater,
met oud gezicht
en oude huid.
Er komt geen later,
hou je mond dicht
het licht uit
en vul mijn hoofd met water.

©️ Lynn V.H.

Reacties