Watertanden
Het bootje,
niet meer
dan
een in een
cirkel
opgerolde regenjas,
met bodem
tegen het zinken,
dobberde wat
aan.
Een eiland
in de verste
verte
niet te
benaderen.
Droge lippen
likken
zichzelf droger
aan
in zeewater
gedoopte vingers.
De proviand
die opraakt,
de zon die
gek maakt,
de gek die
schrijft
dat de zon
op het water
een schat de
diepte in wijst.
De vicieuze
cirkel in zeil,
het gillen
van meeuwen
die loeren
of er iets te rapen valt
dat van hun
kan zijn.
Het maakt
allemaal niet uit,
de haaien
zullen toch
vlugger
zijn.
Reacties
Een reactie posten
Heb je een reactie of feedback, doe het dan op een beschaafde manier.