Een dichter kent ook nijd

Een ijskoude deining langs de
kromme ruggengraat van de
veroordeelde, verbannen heks

Smeulend as dat brandt
een gat in het hart van de
luisterende, fluisterende gek

Het onbegrijpelijke onbegrip
een opengebarsten cocon
de vrijheid in zonder vleugels

Elke zin zodanig verwoord
een gevoel, gedacht, geschreeuw
borrelt op uit die diepe put

Een geïnteresseerde moeite,
zonder zucht, leugen of verwijt
is wat een dichter zo benijdt.

Reacties