Sokkel
Hij smeekte haar "Wees mijn bondgenoot, doorheen de tijd, de eeuwen voorbij. Ik draag je op handen, laat me je sokkel zijn." Hij nam haar hand, zoende elke ring aan elke vinger, vijf per hand, en vroeg haar of zij misschien zijn vrouw wilde zijn. Haar antwoord, na zo'n stilte waarin zelfs de kleinste krekel besluit te zwijgen, was simpelweg "Nee, dankje."