Horen, zien, zwijgen.
Ik heb littekens van eigen hand, ik toon ze u. Want de waarheid moet gekend, het verleden gebeurd. Wat je ziet zegt niks meer, de schade al lang geleden. Het waren namen, gezichten, gedrochten, gewichten aan mijn enkels. Dag in, dag uit, soms nu nog. Ademhappen, slikken, bijna stikken in woorden die later pas, wanneer ik alleen. Wanneer het ene wordt gevoeld, het andere niet meer. Horen, zien en vooral zwijgen. Doodgezwegen, onzichtbaar gebleven. Me voir comme je vous vois. Je ne suis plus moi. Caressez-moi, streel me, steel me, haal me weg en laat me onzichtbaar blijven tot zij opmerkzaam zijn, maar dat hoeft niemand te weten, gelukkig kan het niemand wat schelen. Er is een verschil tussen iets zien en het weten, en toch ben ik labiel, onnozel en debiel en het kan eigenlijk niemand wat schelen, want wat niet weet niet deert. Maar blikken spreken boekdelen en ik kijk naar mijn eigen hand- geschreven pagina's. Verhalen op stukjes vel,...