Adolf Daens werd in 1873 tot priester gewijd en werkte een tijd als onderpastoor. Later zou hij leerkracht worden en nog later bij zijn broer Pieter Daens helpen met de redactie van diens weekbladen. Geïnspireerd door het Rerum Nova-rum van Paus Leo XIII en de erbarmelijke omstandigheden waarin de arbeiders van Aalst (en Vlaanderen) werkten en leefden, startte Daens de Christene Volkspartij. Hij zocht samenwerking met de conservatieve Katholieke Partij, maar voorzitter Charles Woeste weigerde. Zijn partij beheerde het land en werd geruggesteund door Rome. Zij slaagden er niet in om het Rerum Novarum in acties om te zetten, voornamelijk omdat zij, zijnde de Franstalige bourgeoisie, hun hoge posities niet wilden afgeven. Daens ging verder met zijn strijd en nam de socialisten onder de arm, hoewel hij het niet eens was met hun uitspraken rond katholicisme, om een sociale wetgeving tot stand te brengen. Dat betekende algemeen stemrecht, een veralgemening van het Nederlands ...