Laag en nat
Dat Nederland gevoelig is voor overstromingen weten we allemaal. 26 procent van het land ligt onder de zeespiegel en 59 procent kan overstroomd raken bij storm. Dat gebeurde in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953, wanneer Nederland kampte met zwaar stormweer. Harde winden stuwden het water omhoog en zorgden voor een hevige stormvloed. Zo’n stormvloed kan zeer gevaarlijk zijn bij tij en al zeker bij springtij, het tweewekelijkse getijde waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. De stormvloed verhoogde het springtij, met alle gevolgen van dien. De dijken in het Deltagebied braken en zetten de Zuid-Hollandse eilanden, een deel van de provincie Zeeland en delen van West-Brabant onder water. De watersnoodramp zorgde voor veel schade aan de veestapel, gebouwen en infrastructuur, 1.836 mensen verloren het leven, 100.000 verloren hun huis en bezittingen. Ook in Engeland, België en Duitsland ontstonden er overstromingen en lieten honderden slachtoffer...