Kussens vol veren als een zachte droom waar ik thuis kom, mijn hart uitstort en tranen droog. Mijn koffers leg ik terug op zolder. Zeulen hoeft niet meer.
Een bruin blad valt en je denkt het wordt herfst maar het zomert nog je twijfelt verder het hoofd gebogen over herfst of zomer over mens zijn of je dierlijk instinct volgen over zich naar het licht keren of de duisternis omarmen over de plotse muziek in je hoofd die dagen blijft hangen over hoe alles een competitie is en dat je als mens toch gekruisigd wordt
Laat ons samen een reis maken, doel en eindeloos de wereld rond, of een paar dorpen verder bergen beklimmen rivieren bevaren, kunst ontdekken in een herberg slapen. Op welk strand we ook landen, welke obstakels we ook ontwijken, ik ben jouw eeuwige passagier.