Posts

Posts uit februari, 2013 tonen

Mijn Racemachine

Vertaal, hier en nu De computer code van Vogelzang op het keerpunt Van winter naar lente. Op de heuvel van romantiek. Fluister de woorden van Kampioenschapslijnen in het Hart van de Mazda die mijn lot Van eenzame piraat doorkruiste.

Goede avond

Goedenavond, avond. Slok me op als de blinde haai. Verberg me als een kloek, moeder. Vergeef me als een dementievergissing. Laat me als een tranenrivierdal. Verstik me als de avond. Goede avond.

Ik was 16

Het gieren langs straten met hen, 16 tot 21 lentes Ongedrag. Of café met flessen en het overvloedig alcoholistisch Wangedrag. Smeken om het woordenboek van toen, ik was 16 Pubergedrag.

Busselkind

De mens is als een voodoopop in elkaar genaaid en met haken en ogen samengebracht. Het brein is slechts zaagsel, gemixt met water of whiskey, misschien met te veel absynth. Woorden, Zinnen en boeken worden ingeplant door onzichtbare handen. Het kind spreekt immers alsof het nog nooit gesproken heeft. Beweegt slechts met handenwil. Tijd is als een bus soms te laat en, te vaak, te vroeg. Dan mis je het en hang je ergens vast.

Lichaamstaal

Zwijg! Spreek niet van geschiedenis of taal, maar observeer en herontdek wie of wat ik was. Ooit verloren in oceanen zilt als tranen.

Raadsels en Rijm

Raadsels en rijm.  Ach, het doet zo'n pijn Je te vertellen Wat ons zou kunnen vellen Ons, maar niet wij. Een individu in de lange rij. Wij, maar niet ons en maken ze maar een fonds Voor gebroken harten En andere smarten. Maar het doet zo'n pijn Om je te vertellen Wat ons zou kunnen vellen.      

Alsof...

Het is Alsof de wereld aan je voeten ligt En je de wegen zelf hebt aangelegd. Alsof de lucht door jouw vingerknip Volledig op zal klaren. Alsof de adem die je in wolkjes uitblaast Mij zal zoenen en daar zachtjes zal sterven. Het is Alsof jij en ik goden zijn, in elkaar Verstrengeld, als lucht en aarde, Als water en vuur.

Kleurenschilderij

Het gouden licht in stralenbundels. Compacte warmte, knapperig neerdalend op de zilveren wateren. Een lucht die fris rood en vlammend oranje kleurt, alsof het overschilderd wordt door het penseel van een heilige schilder. En zo, onder een katoenen lucht, kabbelt het water. Als een oaze van rust, poëzie en vervreemding, klaar om de wereld in slaap te sussen.

Soms moet je gaan.

Soms maakt het leven het je vreselijk moeilijk, maar dan vecht je terug met een 'Fuck You' op de lippen. Soms weten anderen niet wat met je te doen of hoe op je te reageren, dan laat je hen gewoon links liggen. Soms weet je zelf niet wat je moet, met je tijd, en doe je maar wat om toch maar niets te verspillen. Maar soms moet je gaan. *R.I.P. Leo*

Winterblues

Luilekkeren in het gras, armen onder het hoofd. Glimlachend staren naar de verschillende vormen in de schaarse wolken. Een blakende, warme zon, die je in het gelukzalige gezicht kijkt. Net zolang tot de tranen je lippen bevochtigen. Soezend indommelen onder de roodgloeiende stralen van de ondergaande zon, met het live bluesconcert ver op de achtergrond. En dan word je wakker, een glimlach rond de lippen die snel vervaagt door de regen die luid tegen het raam tikt, om te zeggen: stop maar met dromen.

Twee werelden

Ik heb twee gezinnen je denkt dan al direct: 'Oh, leuk, dubbel zo veel cadeau'tjes!' Toch moet je het zo niet bekijken, want soms heb ik het gevoel er niet altijd bij te horen. Ik zie het geluk van de twee, volledig verschillende werelden. En dan denk ik: 'Bij wie kan ik dat geluk delen?' Hoewel ik het niet altijd zie, mits ik soms blind ben en schuld tref, weet ik wel dat die twee gezinnen, die twee werelden, mijn werelden zijn.

Gezichten

Je komt ergens binnen en je bent volledig nieuw, het groentje, de vreemdeling, het onbekende gezicht. Je kijkt eens rond tussen al die verbaasde, eerstehandse hoofdjes tot je plots beseft dat er ook tweedehandse tussen zitten. Geesten uit het verleden die je aanstaren met de blik van onherkenning alsof je zo hard veranderd bent.

God ziet niet!

Fluisterende machten, koppige ezels in de nacht gebroken door verledens, fantasieën, dromen, ach, zo verloren. Kruip niet in mijn hoofd, je zou het je lichtjes besterven, mijn geheugen kapot, gestroopt want God, U weet niet -en ziet niet- wat wij weten.

Romantiek?

Gestreeld, haren zo zacht, een doorn in mijn oog, gedrocht gegraven in de bodem van mijn voorouders Rode bloemen, week bloed dat drupt, zachtjes onhoorbaar. Stemmen, gefolterd en voor altijd hees.

Moordenaar!

U bent een moordenaar! Getooid in de tuniek van tirannie beklad met de schreeuwen van uw slachtoffers. Begraaf uw hoofd in hun bloed en verdrink in hun verspilde tranen! Kruip in uw graf, -Waar de maden bezwijken en het gras niet durft groeien.- maar vergiffenis krijgt u niet.